De verschillen tussen het eerste en het tweede kind kunnen variëren afhankelijk van gezinssituaties, ouderlijke ervaringen en individuele kenmerken van de kinderen. Hier zijn vijftien mogelijke verschillen die vaak worden genoemd:
- Ouderlijke aandacht: Het eerste kind krijgt vaak meer individuele aandacht omdat het de enige is. Het tweede kind moet de aandacht van de ouders delen met het oudere broertje of zusje.
- Ouderlijke ervaring: Ouders zijn vaak minder nerveus en meer ervaren bij het opvoeden van het tweede kind omdat ze al ervaring hebben opgedaan met het eerste kind.
- Speelgoed en kleren: Het tweede kind krijgt vaak speelgoed en kleren die zijn doorgegeven van het eerste kind, terwijl het eerste kind vaker nieuwe spullen krijgt.
- Regels en verwachtingen: Ouders kunnen strenger zijn voor het eerste kind en soepeler voor het tweede, omdat ze leren wat wel en niet werkt.
- Sociale vaardigheden: Het tweede kind kan eerder sociale vaardigheden ontwikkelen omdat het vanaf het begin interactie heeft met een oudere broer of zus.
- Leeftijdsverschil: Het eerste kind is altijd de oudste en het tweede kind altijd de jongste (tot er eventueel een derde komt), wat invloed kan hebben op hun rol in het gezin.
- Zelfstandigheid: Het tweede kind kan eerder zelfstandig worden omdat ouders minder tijd hebben om constant te helpen, en het kind kan leren door het voorbeeld van het oudere kind.
- Competitie en rivaliteit: Er kan meer rivaliteit zijn tussen het tweede kind en het eerste kind omdat ze vechten om ouderlijke aandacht en middelen.
- Begeleiding en ondersteuning: Het eerste kind krijgt vaak meer begeleiding bij het leren van nieuwe vaardigheden, terwijl het tweede kind soms leert door het voorbeeld van het eerste kind te volgen.
- Persoonlijkheid: Het tweede kind kan een ander karakter ontwikkelen door de dynamiek met het eerste kind, bijvoorbeeld meer of juist minder dominant zijn.
- Speeltijd: Het tweede kind heeft vaker een speelgenoot in huis, wat kan leiden tot minder eenzaamheid maar ook tot meer conflicten.
- Gezinsfoto’s en herinneringen: Het eerste kind heeft vaak meer foto’s en gedocumenteerde mijlpalen omdat alles nieuw is voor de ouders.
- Gezondheid en veiligheid: Ouders kunnen meer ontspannen zijn over de gezondheid en veiligheid van het tweede kind omdat ze minder angstig zijn door eerdere ervaring.
- School en onderwijs: Ouders kunnen realistischer zijn in hun verwachtingen en ondersteuning voor schoolwerk en activiteiten voor het tweede kind.
- Verantwoordelijkheid: Het eerste kind kan meer verantwoordelijkheid voelen om een voorbeeld te zijn en het tweede kind kan meer vrijheid ervaren door de minder strenge regels en verwachtingen.
Deze verschillen zijn natuurlijk generalisaties en zullen niet op elk gezin van toepassing zijn. Elk kind en elke ouderlijke situatie is uniek.